Pensioen 1-2-3
Wat krijgt u in onze pensioenregeling?
Ouderdomspensioen
Als Loods neemt u deel in de pensioenregeling van Stichting Beroepspensioenfonds Loodsen en bouwt u ouderdomspensioen op. De opbouw van het ouderdomspensioen start vanaf het moment dat u deelnemer wordt. Per deelnemersjaar bouwt u 1,875% over de dan geldende pensioengrondslag. Dat ouderdomspensioen ontvangt u vanaf de 1ste dag van de maand, volgend op de maand waarin u 60 jaar wordt. Het ouderdomspensioen wordt maandelijks uitbetaald, zolang u leeft. De hoogte van het ouderdomspensioen staat op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Uw ouderdomspensioen is een aanvulling op de AOW. De AOW is het pensioen dat u van de overheid ontvangt als u de AOW-leeftijd bereikt.
U kunt het opgebouwde ouderdomspensioen vervroegd opnemen, bijvoorbeeld vanaf uw 55e. Uw ouderdomspensioen wordt dan lager.
Uit de totale waarde van de op de (vervroegde) pensioendatum opgebouwde pensioenen krijgt u:
- een vast compensatiepensioen van 21% van de pensioengrondslag tot uw AOW-leeftijd;
- een levenslang ouderdomspensioen.
U bouwt jaarlijks een deel van uw uiteindelijke pensioen op. Dat doet u niet over uw hele inkomen. Er geldt een maximum pensioengevend inkomen van € 137.800 (2024). Over € 17.545 bouwt u in 2024 geen pensioen op. Dit 'drempelbedrag' ook wel 'franchise' genoemd compenseert voor het feit dat u een AOW-uitkering ontvangt. Over het pensioengevend inkomen min de franchise bouwt u jaarlijks 1,875% aan pensioen op.
Het ouderdomspensioen dat u bij pensionering ontvangt, is een optelsom van alle jaren plus de voorwaardelijke indexatie.
Partner- en wezenpensioen
Naast uw ouderdomspensioen bouwt u ook partnerpensioen en wezenpensioen op. Als u komt te overlijden heeft uw partner recht op een partnerpensioen en ontvangen uw kinderen een wezenpensioen. Degene, met wie u getrouwd bent of een partnerrelatie heeft (geregistreerd partnerschap of een bij het fonds aangemelde notarieel verleden samenlevingsovereenkomst), heeft bij uw overlijden recht op een partnerpensioen, zo lang zij/hij leeft. Als u na uw (vervroegde) pensioendatum gaat trouwen of een partnerrelatie aangaat, ontstaat geen aanspraak op partnerpensioen.
Bij overlijden van de deelnemer vóór de (vervroegde) pensionering bedraagt het partnerpensioen: - 70% van het op uw 68e te bereiken ouderdomspensioen. Bij overlijden van de deelnemer ná (vervroegde) pensionering: - 70% van het levenslange ouderdomspensioen (in keuzevariant standaard).
Als u eerder met (vervroegd) pensioen gaat wordt uw partnerpensioen lager.
Tijdelijk partnerpensioen
Bij overlijden van de deelnemer vóór de (vervroegde) pensionering, vindt er een aanvulling op het partnerpensioen plaats. Dit aanvullende tijdelijk partnerpensioen bedraagt € 15.441 per jaar.
De uitkering van dit aanvullende tijdelijk partnerpensioen geschiedt uiterlijk tot de eerste dag van de maand, volgend op de maand, waarin de partner de AOW-leeftijd bereikt.
Wezenpensioen
Bij overlijden van de deelnemer vóór (vervroegde) pensionering bedraagt het wezenpensioen:
- per kind 14% van het op uw 68e te bereiken ouderdomspensioen.
Bij overlijden van de deelnemer ná (vervroegde) pensionering:
- per kind 14%van het levenslange ouderdomspensioen (in keuzevariant standaard).
Het wezenpensioen wordt verdubbeld voor volle wezen (in geval beide ouders zijn overleden). Als u eerder met (vervroegd) pensioen gaat wordt uw wezenpensioen lager. De uitkering stopt als het kind 21 jaar wordt. Voor wezen die studeren of een uitkering genieten op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) stopt de uitkering bij het bereiken van de leeftijd van 27 jaar of als niet meer aan de voorwaarden voor de uitkering wordt voldaan.
Arbeidsongeschiktheid
Voor alle deelnemers geldt een arbeidsongeschiktheidspensioen op risicobasis dat uitgekeerd wordt indien en zolang de deelnemer beroepsongeschikt is. Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in op aanvraag van de deelnemer, met ingang van de dag, waarop hij/zij 104 weken beroepsongeschikt is en wordt uitgekeerd tot zijn/haar 60e, zo lang betrokkene leeft.
Voortzetting pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid
De opbouw van het OP wordt vanaf het moment van toekenning van het arbeidsongeschiktheidspensioen voor 100 procent premievrij voortgezet. Ook de opbouw van het (tijdelijk) partner- en wezenpensioen worden premievrij voortgezet.
Indexatie
De aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen wordt jaarlijks op 1 januari verhoogd met de stijging van de Consumentenprijsindex. Een reeds ingegaan arbeidsongeschiktheidspensioen wordt alleen geïndexeerd als het ouderdomspensioen wordt geïndexeerd. Dit is afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds.
Neveninkomsten
Op het arbeidsongeschiktheidspensioen worden neveninkomsten in mindering gebracht. Een eventuele WAZ-uitkering of inkomen uit het (voormalig) beroep van de registerloods worden volledig gekort. Andere inkomsten worden met het arbeidsongeschiktheidspensioen verrekend, voor zover zij samen met het arbeidsongeschiktheidspensioen het laatstelijk genoten beroepsinkomen overschrijdt of, indien de laatstelijk geldende pensioengrondslag hoger is, voor zover zij samen met het arbeidsongeschiktheidspensioen de laatstelijk geldende pensioengrondslag van de deelnemer overstijgt.
Pensioenstatuut
Wilt u precies weten wat ons pensioenstatuut u biedt? Hier vindt u het pensioenstatuut.
Duurzaamheidsinformatie pensioenregeling
BPL gelooft dat bedrijven die in de bedrijfsvoering rekening houden met ESG-maatstaven (Environmental, Social en Governance) op de lange termijn betere resultaten behalen dan bedrijven die dat niet doen. BPL is zich bewust van de invloed die zij als belegger kan uitoefenen. BPL hecht er daarom waarde aan dat het vermogen wordt belegd op een maatschappelijk verantwoorde manier en houdt rekening met de gevolgen van zijn handelen voor de maatschappij. BPL heeft ook aandacht voor de mogelijke negatieve consequenties die een (te) strikt MVB-beleid kan hebben op de omvang van het belegbaar universum en het kostenniveau.
BPL promoot de volgende ecologische en sociale kenmerken:
- BPL wil niet bijdragen aan controversieel gedrag en controversiële activiteiten.
- BPL wil bedrijven stimuleren in lijn te handelen met internationale verdragen en gedragscodes.
- BPL past ESG-overwegingen toe bij de selectie van externe vermogensbeheerders en bij de keuze van benchmarks.
BPL meet deze kenmerken met de volgende indicatoren:
- Het aantal uitgesloten ondernemingen en landen waarin belegd wordt
- Het aantal beleggingsfondsen en mandaten waarvoor wordt gestemd en waarvoor aan engagement wordt gedaan.
- De ESG-scores van de beleggingen en eventueel van toepassing zijnde benchmarks van de beleggingen in bedrijven.
BPL promoot deze kenmerken door:
- Een uitsluitingsbeleid te hanteren
- Externe vermogensbeheerders te selecteren die in gesprek gaan met ondernemingen waarin ze beleggen en stemmen op aandeelhoudersvergaderingen
- Voor de beleggingen die passief worden beheerd een benchmark te hanteren waarin ESG-aspecten zijn verdisconteerd en de voorkeur te geven aan portefeuilles die een artikel 8 SFDR classificatie hebben en aan externe vermogensbeheerders die voorlopen op het gebied van maatschappelijk verantwoorden beleggen.
In dit document is in meer detail beschreven hoe BPL invulling geeft aan het realiseren van deze kenmerken.
Duurzaamheidsgerelateerde toelichting
Model voor de pre-contractuele informatieverschaffing voor de financiële producten