Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord
Gepubliceerd op 29 oktober 2021

Een terugkerend rubriek in onze nieuwsbrief is het item “vijf vragen aan”. Voor deze nieuwsbrief zijn de vragen gesteld aan bestuurslid en tevens lid van de werkgroep Regeling, Uitvoering & ICT (RU&ICT) en toehoorder bij de balansmanagementcommissie (BMC) René Halfweeg.

Je bent inmiddels ruim een jaar bestuurslid van het BPL. Voor jou is dit een tweede keer dat je bestuurslid bent van het pensioenfonds. Zie je verschillen met je eerste periode?
Zeker zie ik verschillen met mijn vorige periode als bestuurslid. Het grootste verschil zit in de manier hoe wij het beleid vormgeven en kaderen. Het begrip “governance” stond aan het einde van mijn eerste periode nog maar net in de belangstelling, maar is nu juridisch verankerd en uitgewerkt in wetgeving en leidraden van zowel de wetgever, DNB als de Pensioenfederatie. Het onderkennen van risico’s op alle aspecten van de bedrijfsvoering, deze te beschrijven en te laten zien hoe deze risico’s worden gemitigeerd, is een grote stap voorwaarts in mijn optiek. Voorheen lag de focus toch veel meer op de beleggingsrisico’s. Dat wil niet zeggen dat wij toen minder aandacht hadden voor de overige beleidsterreinen van het pensioenfonds, maar door nu op zeer structurele wijze te werken met dit vernieuwde risicobewustzijn in het achterhoofd, kunnen wij meer vooruit kijken en daardoor efficiënter werken.

De geschiktheidseisen zijn de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Hoe is jouw inwerk- en opleidingstraject verlopen?
Evenals vroeger hebben we nog steeds de goede gewoonte om een nieuw lid een jaar in te werken. Wat wel is veranderd is de manier hoe geschiktheid wordt getoetst en juridisch is ingekaderd. De vrijblijvendheid is er van af en je moet het nu ten overstaande van een partij als DNB wel waarmaken. Daarvoor is er budget om een pensioenopleiding te volgen aan een gerenommeerde onderwijsinstelling en de mogelijkheid om je verder te bekwamen door het volgen van seminars of webinars. Ik vind dat een verrijking en tevens ook nog leuk. Het geeft je ook veel eerder de kans om volwaardig als ervaren bestuurslid mee te praten en te beslissen. En dat komt weer ten goede aan de besluitvorming van het pensioenfonds.

Je zit op een zetel namens de pensioengerechtigden. Binnen de Wet verplichte beroepspensioenregelen is een zetel voor pensioengerechtigden geen verplichting. Hoe ervaar jij de evenwichtige besluitvorming binnen het bestuur?
Gelukkig hebben wij ook plaats voor pensioengerechtigde(n) in ons bestuur. Dat past ons ook als klein pensioenfonds waar collegialiteit nog altijd een grote rol speelt. Je zou kunnen concluderen dat dat op zich niet garant staat voor een evenwichtige belangenafweging, tenslotte is de meerderheid nog altijd actief loods. Bij de onderwerpen op de agenda waar het evident is dat er een spanningsveld is tussen actieven en niet-actieven, is het van belang dat alle argumenten goed op tafel komen te liggen. Inbreng van gepensioneerde loodsen is dan ook op dat moment waardevol. Ik ervaar specifiek in dit soort discussies juist een sfeer van openheid en wederzijds respect. Altijd komen wij tot een goed gefundeerd besluit wat iedereen kan uitleggen en zeker niet een besluit dat wordt genomen door de helft plus 1. Afgezien daarvan is het onderscheid tussen actieve loodsen en gepensioneerden in het bestuur geen issue. We functioneren allemaal vanuit onze rol als bestuurder en/of lid van een werkgroep. Tenslotte is de evenwichtige belangenafweging inmiddels verankerd in wetgeving en worden alle besluiten tegen het licht gehouden van deze afweging en ook nog getoetst door de toezichthouder, de DNB.

Je zit in twee verschillende IRM-werkgroepen, hierdoor heb je te maken met zowel de fiduciair beheerder als de pensioenadministrateur. Wat voor soort verschillen ervaar je in je werkzaamheden betreffende de monitoring van deze uitbestedingspartijen?
Het zijn verschillende entiteiten en daarom is het ook moeilijk aan te geven wat nu de verschillen zijn. Onze toezichthoudende taak op Blue Sky Group (BSG), de pensioenadministrateur, heeft wel een ander karakter dan die op de fiduciair beheerder, BlackRock. Bij BSG toetsen we periodiek en hebben we contact bij belangrijke beleidswijzigingen of investeringen in IT. Dat laatste is nu natuurlijk heel actueel met het nieuwe pensioencontract in het vooruitzicht. Bij BlackRock doen we hetzelfde, maar is het contact intensiever. We houden niet alleen toezicht, maar spelen ook zelf een rol in het vermogensbeheer. Maar laat ik ook even de overeenkomsten aanstippen: beide teams zijn enthousiast, zijn Nederlands georiënteerd en staan open om hun operationele beleid af te stemmen op onze wensen als dat werkbaar is. Voor ons als relatief kleine speler is dat een flinke opsteker. 

Waar zou je de aankomende jaren nog graag je bijdrage aan willen leveren?
Bij elke evaluatie komt deze vraag ook altijd als laatste te voorschijn. Wat je natuurlijk wilt is een goede bijdrage leveren aan alle onderwerpen die op de agenda staan. Tenslotte zijn we (ex-)loods, dus we hebben altijd een mening hoe we het beste ergens op aan kunnen sturen. De uitdaging die ik voor mijzelf zie in de toekomst is een bijdrage te leveren aan het volgen van de juiste koers richting het nieuwe pensioencontract.