Hoe werkt de solidariteitsreserve?

Laten we beginnen met de vraag wat nu precies een solidaire en een flexibele pensioenregeling zijn. Om dit te begrijpen moet je weten dat de meeste pensioenfondsen, waaronder BPL, in de komende jaren gaan invaren. Als een pensioenfonds invaart, dan kan het in de nieuwe wetgeving kiezen tussen twee pensioenregelingen; de solidaire  en de flexibele pensioenregeling. Bij beide opties krijgt iedere deelnemer een persoonlijk pensioenkapitaal dat wordt belegd. Het verschil zit hem in de manier waarop het kapitaal wordt belegd. Bij de flexibele regeling kiest de deelnemer in bepaalde mate hoe hij zijn geld belegt. Dit kan door de keuze te maken tussen beleggingsprofielen, of zelfs volledige beleggingsvrijheid. In de solidaire regeling wordt er collectief belegd. De deelnemer heeft zelf dus geen zeggenschap over de beleggingskeuzes.

Een ander verschil is dat bij de solidaire regeling er verplicht een solidariteitsreserve moet worden behouden door het pensioenfonds. Dit is optioneel voor de flexibele regeling. Bij BPL is er gekozen voor de solidaire regeling.

Wat is het doel van de solidariteitsreserve?
Na het invaren zullen de pensioenkapitalen meer met de markt bewegen naar mate het beter of slechter gaat met de economie. Dit is niet altijd wenselijk, als pensioengerechtigde wilt u enige zekerheid hebben over de uitkering die u zal krijgen. Daarom is er in de solidaire regeling een solidariteitsreserve. Deze reserve is een gedeelte van het kapitaal van BPL dat ook wordt belegd, maar achter de hand wordt gehouden voor momenten dat het tegen zit. Op de momenten dat normaal gesproken uw pensioenkapitaal zou dalen, wordt in de solidaire regeling uw uitkering aangevuld vanuit de solidariteitsreserve zodat u dezelfde uitkering ontvangt als het jaar daarvoor. Op die manier wordt er voorkomen dat uw uitkering teveel fluctueert.

Let op: dit betekent niet dat uw pensioen altijd hetzelfde zal blijven, of nooit zal dalen. In het geval dat de solidariteitsreserve ontoereikend is kan het voorkomen dat uw uitkering alsnog lager wordt. Op basis van de uitgevoerde analyses heeft BPL vastgesteld dat de solidariteitsreserve robuust is voor nu en in de toekomst.

Hoe komt de solidariteitsreserve tot stand?
Er zijn drie manieren waarop de reserve kan worden gevuld. Ten eerste zal er bij het invaren een beginkapitaal aan de reserve worden toebedeeld. In het geval van BPL zal dit bij voorkeur 7,5% van het totale kapitaal zijn.

Daarnaast kan de reserve worden aangevuld met een percentage van de premie en met een percentage van het geld dat de beleggingen hebben opgeleverd. De NLc, gelijkgesteld aan een beroepspensioenvereniging, heeft besloten de reserve niet te vullen vanuit de premie. Hiervoor is gekozen, omdat premie alleen door actieve deelnemers wordt betaald. Dit is als onevenwichtig beoordeeld. Daarom wordt de reserve in het geval van BPL slechts aangevuld met 5% van het behaalde overrendement. Van dit overrendement gaat dus het merendeel direct naar de deelnemers en de pensioengerechtigden, en een deeltje naar de reserve.

Hoe wordt bepaald hoe het geld verdeeld wordt over de deelnemers?
De regels hiervoor zijn vooraf bepaald. Op die manier wordt er voorkomen dat de reserve uiteindelijk op een andere manier wordt gebruikt dan bedoeld. Een van die regels is dat bij BPL altijd maximaal 30% van de reserve in één jaar wordt gebruikt om de uitkeringen aan te vullen. Daarnaast is ervoor gekozen om de reserve alleen in te zetten voor de pensioengerechtigden en voor deelnemers net vóór hun pensionering. De reden hiervoor is dat op die manier de deelnemers en pensioengerechtigden die de economische klappen direct zouden voelen, worden gecompenseerd. Voor de rest van de deelnemers verwacht het BPL dat er nog voldoende potentie is om te herstellen, waardoor het pensioenkapitaal weer op kan niveau komen.

Macro-langlevenrisico
Als de levensverwachting stijgt is meer geld nodig voor dezelfde (toekomstige) uitkeringen. Het macro-langlevenrisico is het risico dat we met zijn allen gemiddeld ouder worden dan verwacht. Het macro-langlevenrisico kan gericht en collectief worden gedeeld via de solidariteitsreserve. Als de levensverwachting stijgt kan de benodigde aanvulling van het gereserveerde pensioenvermogen aan de solidariteitsreserve worden onttrokken.

Evenwichtigheid
Het bestuur heeft de transitie in zijn geheel beoordeeld op evenwichtigheid. Door het vormen van de solidariteitsreserve ontstaat er een robuust pensioenfonds dat voor de pensioengerechtigden voldoende bescherming biedt om een daling in enig jaar aan te kunnen vullen. Daarnaast biedt de reserve voor de actieve deelnemer voldoende perspectief om tegen de tijd dat zij gaan pensioneren hier ook nog van te profiteren. Het bestuur is zich ervan bewust dat initiële vulling voor het merendeel wordt gefinancierd uit vermogen dat anders ook gebruikt kon worden voor het verhogen van de persoonlijke pensioenvermogens. Voor de pensioengerechtigden vertaalt dit zich in een direct een hogere uitkering. Het bestuur acht werking van de solidariteitsreserve, dus de vul- en onttrekregels, in zijn geheel evenwichtig en ziet op basis van de verrichte analyses, zoals vermeld in het transitieplan, dat dit daadwerkelijk bijdraagt aan een robuuster pensioenfonds.

We streven ernaar om in het 4e kwartaal van 2024 u te informeren over uw voorlopige persoonlijk pensioenvermogen en in het 1e kwartaal van 2025 over het definitieve bedrag.