Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Uw partner (volgens het uniform partnerbegrip) heeft bij uw overlijden recht op een partnerpensioen (PP), zolang hij/zij leeft. Het uniform partnerbegrip kenmerkt twee mensen als partners als er sprake is van huwelijk, geregistreerd partnerschap of een gezamenlijke huishouding.

Bij overlijden van de deelnemer vóór de (vervroegde) pensioendatum bedraagt het PP 50% van het laatstgenoten pensioengevend inkomen, vermenigvuldigd met de deeltijdsfactor. Dit PP wordt uitgekeerd zolang de nabestaande leeft. Indien en zolang de nabestaande jonger is dan zijn/haar AOW-datum wordt het PP aangevuld met een tijdelijk partnerpensioen van € 15.981 per jaar. De uitkering van dit aanvullende tijdelijk partnerpensioen geschiedt uiterlijk tot de eerste dag van de maand, volgend op de maand, waarin de partner de AOW-leeftijd bereikt.

Bij overlijden ná de (vervroegde) pensioendatum bedraagt het levenslange PP 70 procent van het levenslange ouderdomspensioen (OP) in keuzevariant 1 Standaard

Als u na uw (vervroegde) pensioendatum gaat trouwen of een partnerrelatie aangaat, ontstaat geen aanspraak op partnerpensioen.

zie als brondocument: de brochure of de pensioenregeling